Stibans periode

    Eind jaren tachtig werd de loc reeds bij de Belgische aannemer Van den Bossche ontdekt door enige spoorwegliefhebbers. Na het beëindigen van het bedrijf, doordat er tussen de Walen en Vlamingen ruzie was ontstaan over het verlenen van vergunningen, werd al het materieel te koop gezet. De locomotief, D-2, leek onverkoopbaar te zijn. Dit werd mogelijk mede veroorzaakt door de defecte dieselmotor en de hoge vraagprijs van 40.000,- gulden. De schade aan de motor was aanzienlijk omdat er een zuiger door de cilinderwand en was het einde oefening voor de Gardner diesel. De locomotief fungeerde meer als een soort van monument. Begin jaren 90, toen het bedrijf in feite al weg was bleek alleen de loc er nog altijd te staan. Via de tuinman weet men de eigenaar te vinden en  werd door de twee STIBANS medewerkers een eerste pogingen gedaan om de lok over te nemen. Die poging strandt omdat de oud-eigenaar meldt nog wat “opknapplannen” te hebben voor de loc. Gedurende een periode van twee jaar lang wordt er vervolgens toch contact gehouden met de heer Van den Bossche, totdat de zoon op een gegeven moment de STIBANS belt met de mededeling dat men de locomotief toch wil verkopen. Na enig onderhandelen kan de locomotief tegen de schrootwaarde van 5.000 gulden aangekocht worden.  Drie Stibans-medewerkers leggen elk een kleine 2200 gulden (het totaal bedraagt 6.500 incl transportkosten) op tafel om dit belangrijke stuk (NS) historie voor het nageslacht te bewaren. Op 28 november 1996 is het dan eindelijk zover! Vroeg in de ochtend reizen twee auto’s met nog wat slaperige medewerkers en een dieplader van de fa. van Maanen af naar Aartselaar.

    NS 162 op transport naar Nederland

    Na het opbouwen van het opritframe kon met behulp van de lier, de lok voorzichtig op de vrachtwagen worden gereden. De eerste meters die de lok sinds jaren weer rollend aflegde ! Omdat de dieplader voorzien is van ingebouwde raillengten komt de hoogte van het transport net niet boven de 4 meter uit. Een gelukkige bijkomstigheid omdat er anders veel papierwerk, extra kosten voor ontheffingen en begeleiding bij zouden zijn komen. Eenmaal aangekomen op de basis in Amsterdam (Watergraafsmeer) blijkt bij demontage al snel dat de loc tot op de draad versleten is en lijkt een restauratie naar een rijvaardige staat een zeer kostbare operatie te worden. De Engelsen noemen een dergelijk staat dan ook wel “beyond repair”.

    NS 162 demontage in 1998

    Aangezien de toenmalige STIBANS weinig tot geen geld ter beschikking had, werden alternatieve wegen gezocht om een restauratie toch te realiseren. De machine was bijzonder genoeg in zijn historie en uiterlijke verschijningsvorm om hem niet te restaureren. Diverse grote bedrijven, zoals staalgigant Corus (nu TaTa Steel), buizenleverancier Van Leeuwen, scheepswerf De Schelde, straalbedrijf Schouten, vorkheftruckfirma Ages en de Alkmaarse Radiatoren Fabriek hebben het project in de loop van de STIBANS periode ruim gesponsord.

    NS 162 wordt in febr 1999 van de wielen gelicht

    NS 162 wordt in febr 1999 van de wielen gelicht

    Ook bevriende museumorganisaties zoals de Stoomtram Hoorn-Medemblik en de museumspoorlijn Goes – Borssele hielpen en helpen ons nog altijd met de herbouw van deze bijzondere locomotief. Dit mede omdat bij onze stichting de professionele werkplaatsfaciliteiten ontbreken. Ook werd er hulp vanuit het land van herkomst geboden. Bij onderzoek door motordeskundigen van Keep them Rolling bleek de zescilinder Gardner 6L3 dieselmotor bijna onherstelbaar te zijn doordat deze een vastloper had gehad.

    NS 162 Gardner motor gaat in 1998 naar Keep them Rolling bij het Haarlemmermeerstation

    NS 162 Gardner motor gaat in 1998 naar Keep them Rolling bij het Haarlemmermeerstation

    Ook de versnellingsbak en omkeerinrichting (om voor- en achtruit te kunnen gaan) bleken schade te hebben opgelopen en waren in het verleden al deels ontdaan van bepaalde componenten waardoor de bediening begrenst was. Goede raad was duur maar dankzij internet kon er contact gelegd worden met de museumspoorlijn in de buurt van Bristol, de Avon Valley Railway genaamd. Zij boden ons aan te helpen bij het herstel van de drie genoemde componenten. Een “offer you can’t refuse” zou een Engelsman zeggen.

    NS 162 de motor verhuisd naar de AVR in Engeland

    NS 162 de motor verhuisd naar de AVR in Engeland

    Deze Engelse museumlijn bleek tevens in het bezit te zijn van twee identieke zustermachines hetgeen uniek mag worden genoemd. Daarnaast hadden zij ervaring met het herstel van het type motor. De keus was daarom snel gemaakt. In 1999 verhuizen de te reviseren delen als een enorme berg “rommel” naar Engeland, waarna door vrijwilligers van de AVR begonnen werd aan de herbouw van de diverse delen. Dit leidde eind 2002 tot een weer draaiende Gardner dieselmotor die om getest te worden in hun eigen WD loc werd ingebouwd. Via de AVR, het Royal Engineer Museum in Chatham en andere spoorse relaties komen veel tekeningen en de nodige documentatie omtrent de technische componenten boven water.

    AVR WD 31 krijgt Gardner motor van WD 33 geplaatst

    De vrijwilligers van de STIBANS hadden onderwijl  ook niet stil gezeten en in vele uren de diverse kleine delen van de loc hersteld en gereviseerd. Voor het herstel- en straalwerk aan het frame komt er onverwachte hulp van de toenmalige Corus Stoomclub uit IJmuiden. Zij richten en straalden het frame voor ons. Een kromme drie centimeter dikke bufferplaat wordt “even” recht gedrukt. Na terugkomst oogde het frame weer als nieuw.

    NS 162 gestraald frame en bovenbouw

    NS 162 gestraald frame en bovenbouw

    In 2003 wordt door één van de werkgroepleden bij het Buckinghamshire Railway Centre in Engeland een tweede, deels gesloopte, WD loc (ex WD 34) aangekocht en als onderdelenleverancier aangewend. Dit omdat de WD 33 (ex NS 162) toch veel originele delen bleek te missen.

    WD 34 wordt bij het BRC opgehaald

    WD 34 wordt bij het BRC in Engeland opgehaald

     

    In 2004 krijgt de ploeg vrijwilligers zelf gelegenheid om in Engeland bij de AVR wat rijervaring op te doen met de WD-loc van de lijn. Een geweldige gelegenheid om te leren hoe om te gaan met een uiterst simpele locomotief. Eenmaal terug in Nederland wordt de cabine en motorhuif flink aangepakt met delen van de WD 34 waarna de originele verschijningsvorm weer terugkeert. De huifdelen en de cabine worden voor een grondige conservering naar straalbedrijf Willem Schouten in Den Helder gebracht.

    NS 162 cabine wordt gestraald bij de firma Schouten

    NS 162 cabine wordt gestraald bij de firma Schouten

    Na deze straal- en coatings behandeling volgt in 2005 de wederopbouw in de werkplaats in Blerick waar inmiddels de locomotief en de STIBANS werkgroep NS 162 resideert. vanuit Engeland wordt door de AVR het frame + opbouw van de WD 31 aan ons geschonken en wordt de loc waarin als proef onze Gardner diesel staat naar Nederland gebracht. De slechtste dag in nederland sinds tientallen jaren en het overlijden die dag van de schoonmoeder van de chauffeur hadden voor ons tekenen aan de wand moeten zijn vwb onze Gardner motor. Daarover vindt u meer onder het hoofdstuk Stichting 162.

    WD 31 arriveeert op 17 nov 2005

    WD 31 arriveeert op 17 nov 2005

    De opbouw van de cabine, radiatorpartij en huif volgen in de opvolgende jaren. Door de grote afstand tussen de woonplaatsen van de vrijwilligers en de standplaats van de loc is het aantal werkdagen op jaarbasis maar zeer beperkt tot een vijftien tal stuks. Maar ondanks de beperkte middelen en outillage in Blerick groeit de WD 33 wel weer.

    NS 162 in opbouw in Blerick

    NS 162 in opbouw in Blerick

    Ivm de diefstal gevoeligheid van het onderkomen in Blerick worden “gevoelige” delen niet gemonteerd waardoor met name de afbouw van de cabine stagneert. Ook de mindere werkomstandigheden en winterse ontberingen waarmee de werkgroep in Blerick te kampen heeft maakt dat het werken steeds moeizamer wordt. In het najaar van 2009 geeft de Stibans aan op te gaan in het Nederlands Spoorweg Museum. Daarbij wordt aangekondigd dat de NS 162  niet zal worden opgenomen in de collectie van het NSM omdat de locomotief geen representant is van een grote serie . De werkgroep krijgt vanuit de STIBANS wel de kans om met financiële steun een nieuwe aparte stichting op te richten hetgeen eind 2009 gerealiseerd wordt. De stichting heeft de verrassende naam  Stichting 162. Een nieuw hoofdstuk breekt aan.

    NS 162 April 2008 te Blerick

    Terug naar het begin van de pagina